Jij zei: 'Neem me zoals ik ben." Maar ik hield van je. Elk woord van jou riep mijn verlangen wakker en ik nam je zoals ik was. Ik nam je waar. Wij waren samen. Jij jij, ik ik. Twee monologen in gesprek verward. Je kuste jouw mond met mijn lippen. We deelden ervaringen tot we elkaar niet meer verstonden, strelen tasten werd, ons lichaam een mijnenveld. Ook weggaan deden we samen. Niet een van ons beiden overleefde de liefde.