Allemaal scheve gezichten,
je draagt ze mee als gewichten.
Opgesloten in een onzichtbare doos,
voel jij je steeds weer nutteloos.
Niemand die werkelijk weet,
hoe erg jij leed.
Telkens weer die metaforen,
langzaam ga jij je er aan storen.
Barsten ontstaan heel langzaam,
de doos brokkelt af heel aangenaam.
Vol trots kun jij daar staan,
laat de meningen gewoon gaan.
De zon is gaan schijnen,
sommige zorgen die verdwijnen.
Je eigen tijd er aan gegeven,
zo kon je alles overleven.
Jij bent wie je bent,
dat is pas het grootste compliment.