Jouw lach was ritmisch als een nieuwe percussie zonder saaie discussie
Je geur was als een ontgrendelde voorheen verboden deur naar mijn faveur
Je accent was je talent voor je aangeboren stem onbekend als een oneffenheid
Als je sliep riep mijn innerlijke stem zo diep in mineur maar vol kleur
Als je at lustte ik je gekauwde blad als een rat van mijn schat, zo bevrijd
Je dichte ogen hadden een vermogen aan nooit vervlogen maar onbereikbare regenbogen
Je open ogen hadden vaak gelogen maar had ik altijd dierbaar gemogen
Aan de lijn galmde je stem monotoon als symptoom van een uitdovende droom
Je verhalen blijven maar in mijn hoofd malen, loom maar als een pijlsnelle stroom
Heb je mij voorgoed vaarwel gegroet of zit ik nog als een molecuul in je bloed?
Komen we elkaar ooit nog tegen in de regen van een zegen op woelige wegen?
Heb je van het mij afwijzen een blinde vlek als eeuwige plek of ben ik gek?
Vragen blijven maar doorzagen in mijn onbehagen van diepe trage gevoelslagen...