Nu zij weg is kan zij overal zijn
op mijn linker- en mijn rechterschouder
telt ernstig mijn goede daden en trekt
tong uit haar mond de slechte ervan af
Voor mij uit op straat, op het plein
haar loopje wordt herkend
tot zij in de drukte verdwijnt
onderweg naar ergens
Ik zie haar gezicht in de wolken
hoor haar stem bescheiden spreken
zingen van engelen die vanavond
niet zullen vliegen, want zij
zal als altijd bij me zijn
zacht voor mij als watten