Het regende, de kou trok langzaam op
Violisten, gitaristen, danseressen
dichters deden de kilte verjagen
Een dame in gele, doorzichtige
poncho danste de flamenco mee
zittend op de ruw houten bank
Laag vlogen de vliegtuigen over
in het gebulder van hun motoren
de zondag ging kleumend voorbij
In het café de Hop, warme drank
vriendelijke woorden, de bitterballen
groot als de mosterd geel en heet