heel mijn liefdevol verlangen
dat in dagen in mij leeft
geef ik zonder enig bangen
aan de wind in bomenkruinen
zachtjes stil en wetend mee
al kan 'k amper nog verdragen
't harde koude van het hier
voel ik mij toch nooit verslagen
wanneer liefde van jouw wezen
golvend glijdend mij gebracht
want in schaduw van het heden
klinkt een hemel nimmer stom
keer ik aan de grens van waanzin
op mijn bonte levensbanen
altijd zelf op tijd weer om
los, wat mij in eerste beelden
met mijn grafsteen reeds verbond
als behoedzaam 'n schuchtere glimlach
- die zijn wieg vindt in mijn hart -
opbloeit op mijn mond
sunset 06-01-2015