Mijn treintje gaat uit rijden.
Dat dagelijkse ding.
Geen plaats voor medelijden.
Geen eind zonder begin.
Zigzaggend en zoevend,
Door het groene vlakke land,
Snelt voorbij aan mijn aandacht,
Mijn illusie van gezond verstand.
Mijn treintje gaat uit rijden.
Dat dagelijkse ding.
Alleen op vaste tijden.
Voor iedere tijd een nieuw begin.
Soms schijnbaar zwalkend,
Zonder evenwicht.
Op vaste route talmend,
zoek ik mijn eigen gezicht.
Mijn treintje gaat uit rijden.
Dat dagelijkse ding.
Langzaam piepen de remmen.
Een start voor een nieuw begin.