kust de nieuwe morgen
haar nog slaapdronken ogen
buiten is het voelbare afscheid
van de zon en de maan,
de eeuwenoude geliefden
ze schenken elkaar
de glimlach van het vertrouwen
in en op elkaar
ze wachten en verwachten
zij stapt uit bed
haar voeten raken de grond
haar handen
vinden de glans
van het ontwaken
buiten glinstert
een druppel dauw
op een bloemblad
de lente fluistert
goede morgen
haar warme glimlach
strijkt de vouwtjes
de plooitjes en de rimpels en lijntjes
op haar wat ouder wordende gezicht
weer jong en glad
ze vouwt haar handen ineen
vol vertrouwen
zegt zij
haar ochtendgebed