Hoe solitair
Hoe eenzaam
heb ik op deze plek
geleefd, gezongen
en gehuild.
Hoe lang trof ik
enkel de echo van mijn stem
en geen postbode gezien
die voor mij van verre landen
een mandje groene frisheid
met zich meegenomen had.
Hoe in de war ben ik geraakt
van dit tijdperk
met al zijn kilte,
waarbij geen kanarie
uit bevrediging zong.
Hoe solitair ben ik langzaam
vervlogen in de aders
van verrukkelijkheid
en genot,
met een glimlach
dood gegaan.