Zijn wijzers van de klok niet wijzer geheugenis van zandloper ongrijpbaar sijpelt volgetooid dromen vallend lover strikken van kleine kinderschoenen tot branietred, het ferme wil trappen tegen 't onderhevige tevergeefs tijd versleten zolen, wat meer gebogen vingers wensen tijd's hart te strelen moment wat wij - tijd en jij - delen nederig hopen 't verlopen mag scholen waar tegelijk elk al ervaring in tijd is omarmt, geraakt, eeuwig en ieder uur