Liefde is een meer, zuiver, zoet,
Waaruit iedereen kan drinken, onbeperkt,
Maar sinds kort is de rivier bebloed,
Bloed, uit het lijden van anderen,
Hoe kunnen we spreken van liefde,
Als elders in de wereld kinderen worden afgeslacht,
Oh Heer, laat iedereen hiervoor biechten,
Want het maakt de vijver van liefde zout van verdriet,
Maar er is nog hoop liefste, laten we samen deze rivier verschonen,
Zodat ieder, kind en oud, man en vrouw, hier onbeperkt van kan drinken,
Dat is ons doel, samen, en we ons afvragen, hoe had het zo ver kunnen komen?
Want wanneer ik jouw ogen zie, bruin, en schijnend als de maan,
Vurig, vol liefde en passie, als een actieve vulkaan,
En je lichaam, omhulsd in een prachtig wit gewaad,
Oh mijn liefste, wat een prachtige avond in Isfahaan.