Verrassing.
Ik zie het voor mij
Vaders handen
zo voor mijn ogen, donkerheid.
Als bij verrassing
plots geopend:
mijn eerste fiets, eens in de tijd.
Zij ligt op bed
haar laatste dagen
straks legt De Heer Zijn doorboorde Hand
op beide ogen
als verrassing
neemt Hem dan weg in ’t Nieuwe land.
Verrast zal zij
die pracht indrinken
de vrede , liefde , het gezang
de kleurenpracht
het eeuwig wel zijn
ontkomen van de pijn en drang.
Wij kunnen hier
met Hand voor ogen
nog niet beseffen wat er wacht
tot open ogen
stralend proeven
het al van Christus Hemelse pracht.
Vertrouwend leren
los te laten
’t al wat ons bond aan aards houvast
in weet straks
weer opnieuw geboren
in ’t nieuwe Rijk, dat mij verrast.
Th.