De reus vroeg aan zijn moeke of
het mensenvlees al doorgerookt
was en hoe de smaak, want hij wist
dat bij het roken zij het al
had geproefd waarop zijn moeder
zei dat zij nog kruidnagel, geelwortel
en laurier miste, maar dat de wangen
nu al lekker smaakten als van de goede
oude tijd bereid en gekomen, maar
minder straf gekruid en gerookt