Het warme land dat in de nacht
verkoeling zoekt, grondmist
met daarboven paardenhoofden
zij hinniken zacht en snuiven
Er staat een man te kijken
een jachtgeweer gebogen
om zijn arm, een hond
afgericht spiedt zwijgend mee
Alsof iedereen wacht op de wind
die hen uiteen zal drijven, de man
de hond, de paardenhoofden en de mist
in het sterker wordend ochtendlicht