Als ik het even niet meer zie zitten,
vlieg ik in mijn gedachten naar de blauwe lucht
daarvan reis ik naar de wolken,
de wind helpt me met een diepe zucht.
Als ik de wolken heb bereikt,
krijg ik vleugels van wolkenwol,
vlieg ik hoog, steeds hoger en hoger,
totdat de aarde steeds verder wegstrijkt.
Ga ik zitten op de maan,
denk ik aan alle positieve dingen,
voel ik me gelukkig, positief en oprecht
laat ik eventjes alle negatieve dingen staan.
Maar langzaam verdwijnt het wolkenwol,
als sneeuw voor de zon,
en is het de volgende dag hetzelfde liedje,
zoals het eerst begon.