Enkel en alleen,
Liep ik daar,
Eenzaam,
Dwalend door het woud.
Enkel en alleen,
Ik ben het huis uitgegooid,
Volgens moeder,
Was ik stout.
Enkel en alleen,
Sta ik daar,
Tegen een steen,
Een grote rots.
Enkel en alleen,
Zak ik zachtjes weg,
Het is al nacht.
Wat niet verdwijnt,
Is mijn Heer, mijn Rots.