Zijn geslepen gezanten
bevolken
volgens heugenis
mijn gedachtewereld
sinds eeuwig
Moedwillig
fluisteren ze in mijn oor
Er is geen goed en kwaad
geen hemel, geen hel
slechts de geneugten des levens
leiden
tot een zalig bestaan
een bestaan
dat het leven zelf
alzo voorzien heeft
Onbezonnen
verorber ik iedere verboden vrucht
die mijn pad kruist
onschendbaar waan ik me
macht is wat ik ben