Onderwijl mei's mooiste licht verdiept groen in legio lagen bladerkroon danst zucht, bries zuiverschoon stille sprookjesdroom zingen gevederden overgave's lied in verlangen de rijk knoestige boom en de atalantavlinder bij voeten landt speelt dans, raken voelsprieten aan zacht klein tegen hand haar lichtgewicht dwaalt meisprankel langs steen en meer voel waar niet opgeeft, en geef het over dit al gegevene, daarin is een verschil