De heerseres er was een meisje ze had twee vlechten ze neuriede steeds een wijsje haantje de voorste bij het vechten zelfs de jongens uit haar klas werden steeds verslagen ze had geen knopen aan haar jas haar lichaam kon ieder behagen ze genoot van jongens uit te dagen liet hen komen, nader en nader sloeg dan toe en zag ze draven met bloedneus naar vader tot op een dag iemand haar kon houden daar stond ze dan, keek in zijn ogen het ging door haar hoofd hem te houden haar kwaadheid was voorgoed vervlogen ela