Boven de hoofden de zaal was gevuld de redenaar klonk steeds luider vormde zijn stem tot klok vond de luisteraars niet er was regen in de zaal geroezemoes van druppels openspattend vocht overval van waterzucht gedempte lichten hielpen men zag alleen zijn buur handen wriemelden in papier ’t smakken was gedempt de redenaar ervoer zijn nederlaag liep snel het podium af niemand die het zag de zaal baadde in het licht buiten was vlot getater de redenaar was al vergeten ’t gemurmel was als een verwijt de redenaar had zich verhangen ela