Gebed.
Hoe dicht , o Heer,
kan ik u naad’ren
hoe raak ik in Uw Heiligheid
U, eeuwig, onvolprezen
ik druppel in de tijd
hoe raak ik aan U toegewijd.
Ik poog in stilte
U te horen
klanken van ware liefdeblijk
soms voel ik mij
heel dicht betrokken
alsof ik in Uw hemel kijk.
Doch veelal lees
ik eigen gedachten
is de lijn naar U voelbaar gestoord
lijkt het alsof
ik in mijzelf spreek
daar Boven toch niet wordt gehoord.
Zoals U bad eens
in de hof Heer
de Hemel ook gesloten leek
U heel het kwade
alleen moest dragen
wel wetend dat Uw Vader keek.
Doe mij beseffen
dat mijn bidden
ook al blijft ieder antwoord uit
Gehoord wordt
in dat stille zwijgen
nimmer op ’t ongehoorde stuit.
th