Je schopt tegen schenen waar je nooit van gehoord hebt; verdrongen onder het vocabulaire van gewichtige woorden; het is niets voor mij je zo weg te schrijven; je bent een unicum van waardeloosheid. En met jou, nog anderen. De continue stroom van contact draagt mijn dag door; onderstreept mijn gevoel als gevangenissen. Je probeert het iedere keer opnieuw; maar tegen muren blijf je aanlopen zonder deur. Het raam blijft gesloten, jouw stem schreeuwt en ik wacht af tot je eindelijk zwijgt zodat ik dan de deur dicht knal.