als ik de stad zou zijn en hij mij
zou hij me vinden, dwalend in stille straten
of aan overkanten van drukke trottoirs
kijkend naar wat leeft in mij
hij zou me zien schamen voor mijn verval
hatend, de mate waarin ik ben afgeleefd
hij zou me vierend vinden in de kroeg
als mensen van me houden zouden
me jubelend tegenkomen op festiviteiten of
zittend op het muurtje van een schoolplein
de onwetendheid lezend op gezichten
geschreven in klare kindertaal
misschien ben ik de stad
30-08-2012