Nietsontziend zag ik je juichen. Je bracht me uit evenwicht.
Als een wilde tomaat zocht ik ruimte. Wij hebben de macht.
Ik stuurde je witte rooksignalen. Jouw gezicht was eerlijk.
Ik dacht aan vroeger. We deelden een cracker, dronken water.
Groener ging het niet worden. Nog draag ik dezelfde stempel.
Laten we het verder maar laten. Nergens meer over praten.
Zwemmen deed ik aan de overkant.