Geloof Pierke, gelooft gij in God neen begot in wat dan wel nu was hij snel Ik geloof van in ‘ begin in een Godin want negen op de tien laat ze mij al het goede en het mooie zien mannekens, de natuur krioelt ervan ben zo gelukkig dat ik dat zienen kan en wordt dan altijd goedgezind maar zie, de meesten zijn blind ze gaan eraan voorbij en ga maar opzij want ze hollen achter roem en geld desnoods met geweld dat is het kwade van al die hebberigheid het goede zit in vriendschap en gezelligheid daarom, zei Pierke, geloof in een Godin en dat van in ‘t begin