Jij doolt nu wat rond in Antwerpen
ik verdwaal in de hopen aarde om me heen.
Als een mol, ik wil duisternis en gedempte geluiden
wil alles boven me horen, maar niet moeten zien
niet moeten deelnemen, af en toe het hoofd
boven water om te voelen dat ik
inderdaad nog oogverblindend stom ben
er geen plaats hier voor me is.
Sorry, jij haat zelfbeklag, vrouwengezever.
Ik ga Charlotte planten, zij is zweempjesgeel
ruikt allerheerlijkst, licht het duister op.
Misschien wel in de buurt van haar vriendin Heritage
die blosjesroze is en naar citroentjes geurt.
Ach, mijn tuin lijkt nooit wat ik haar droom.