Het kan je breken, verzwakken, wreken,
En het staat soms in de weg,
Hou je van die van een ander,
Voelt het aan als dikke pech.
Het kan je groen doen zien van afgunst,
Of doen janken als een kind,
Het kan er jaren blijven zitten,
Wat je hoofd er ook van vindt.
Het kan als wervelwind beginnen,
Of als buitje overwaaien,
Je kan er nachtenlang door op zijn,
Met je hart weer naar de haaien.
Want liefde kan zo pijnlijk zijn,
Maar aan het einde van de rit,
Kom ik toch tot de conclusie,
Dat er niks beter is dan dit.