Duistere engel
Tien jaar geleden leerde ik hem kennen
Nimmer had ik een dergelijke schoonheid gezien
Het benam me de adem, trok me aan en verslond me
Ik verloor nog voor ik de strijd begonnen was
Zijn aantrekkingskracht zo krachtig, bleek onweerstaanbaar
Hij wenkte me en ik sloot me in diens ontvangrijke armen
Uit zijn inktzwarte ogen herrees de macht met ijzeren wil
Mijn huid en zenuwen verschroeiden in dit hellevuur
In opperste heerschappij controleerde hij mijn ziel
Stel me geen vragen maar ik weet dat het Kwaad bestaat
Hij hield me jaren gevangen en liet me branden
Maakte me gevoelloos, apathisch en levenloos
De wonde was dichtgegaan, maar het gif had zich al verspreid
Ik hervond mijn evenwicht en zocht naar het licht
In die tweestrijd zal ik verder gaan, wetende dat hij sluimert
Net zoals er altijd licht zal zijn, net zo zeer komt hij mij opnieuw opzoeken