Gestreel Waar achterkant voorkant werd, aantrekking verlangen wordt en handen startend zoeken in donkere gewelven ongepast gepast vogels horen te zingen in de schoonheid van een cocon waar gegiechel in duisternis vleugels laten glijden in een lonkende kier met bedwelmende zang door golven geraakt in liefde wordt gestuwd met fluisterende zoenen zwevend in nevelend gedonkerte daar is het waar twee gebergten stijgen tot ongekende hoogten bij resonerende trillingen die doen smullen en smakken bij de zo geliefde ontstane roes terwijl toppen zich bekorend uit-rekken, en wat sliep, in alle heerlijkheid wekken