De wolken leggen schaduwen, vormsels, op de grond.
ze dansen, springen haasje over, kruipen in het rond.
Het is alsof de zomer nooit meer in de armen van de winter dooft.
De kleuren in het groen te ruiken gras..
Ze liggen als een ode,
aan de schilder van dit leven,
die zijn hoop en trots,
in de streken van dit Eden,
als een vredig tafereel,
te kennen gaf.
Gele bloemen, witte hartjes,
paars met rood gevlochten warmte,
een blauwe hemel,
het groen verworden dak van bomen,
dat alles wat dit ademt,
als grootsheid heeft beloofd.
De pracht, voelt even zacht,
als één geheel..
Er is geen tegenstelling,
geen vorm van verschil,
er rest alleen de wil,
om te zien,
wat, en waar,
je in gelooft..
-