Grutto.
O grut , o grut
jubelende klanken
over het weide gebied hier dichtbij
lente gezang
dat je doet stralen
alleen die klank maakt je al blij.
Hij is de koning
van de malse weiden
naast kievit , kemphaan , tureluur
zijn rosse maatje
trekt massal naar ’t Noorden
en zet de wadden in een laaiend vuur.
De terugval
van hun zijn en wezen
is wat verontrustend anno nu
wel gehalveerd
na vroeg’re jaren
54 % van alles broedt hier, dat is cru.
Naast hem
geniet ik van de wulp ook
diens jodelend lied in duin en hei
steltlopers die
immer ons boeien
zo lang het ons gegeven zij.
De lente lonkt
de kijker ligt te wachten
straks krijgen wij ze vol in het vizier
ze zijn er nog
in flinke mate
en bieden ons veel kijkplezier.
th.