Gelaten zit hij daar met handenin zijn schoot werkeloos en stilzegt woorden die in het niets verloren gaan niet worden gehoordhet leven heeft zijnsporen achter gelatenmet het tikken van de klokverglijdt de tijd berust hij in eenvaag weten van zijn hulpeloosheidelke morgen ziethij weer het lichtals hij doelloos kijktdoor het raam tijd in overvloed met ogen waarin jezijn eenzaamheid leest.