Omlijsting.
Zij had gelezen
van De Trooster
vroeger was Die haar ook bekend
nu was Hij
uit het zicht verdwenen
had zij zich van Hem afgewend.
Ik schreef haar
dat de tijden went’len
gister is niet vandaag , ook morgen niet
wij zijn een stofje
in de schepping
en toch belangrijk, dat Hij ons ziet.
Hij laat niet los
wat is begonnen
zoals een moeder nooit vergeet
het kind dat zij
in liefde baarde
ook al heeft hij daarvan geen weet.
Hij zal je met
Zijn trouw omlijsten
jij bent de schepping uit Zijn Hand
wat is er mooier
te beseffen
dat jij ooit in Zijn Rijk belandt.
In die omlijsting
mag jij wand’len
een lijst vol Liefde om je heen
waarvan de randen
je behoeden
je wandelt , doch bent nooit alleen.
th.