[toen ik het vaststelde
trokken juist grasvogels
over verdorde velden
en ik dacht hoe plots
de weg veel zwaarder liep]
de wind in onze haren,
voel ik hoe jouw hand
traag uit de mijne glijdt
hoe jij op je knieƫn valt
leegte zich ijlings
om mijn vingers windt
ik grijp het pad voor ons
stoot het als een speer
in het hemelgewelf,
stervende wolkenbuiken
en vleermuizen
leg mijn woorden zacht
tegen je oor, mijn lippen
aan de pols van je slaap
tot het tonen worden
jij ze in jou stromen laat
huid- en bloedafwaarts
ik zie hen vallen
door jouw armen
en je handen
willen geen mond
geen handen meer zijn
mijn hart klopt niet meer
wanneer jou hoofd
niet op mijn schouders ligt
sunset 03-06-2017