In stilte verlangt zij
Maar ze zal nooit vragen
Ze zal enkel hunkeren
Naar datgeen dat nooit zal zijn
Zal het vastgrijpen in voorbijgaan
Om het door haar vingers te voelen glijden
Terwijl ze geniet van de laatste hartslag
En blijft hangen in de galmende echo
Zij verliest zich moedwillig in het verleden
Voor de toekomst is zij geen partij
In het hier en nu is alles wazig
In stilte verlangt zij
Gesierd door de littekens van haar verleden
Belemmerd door de angst van vandaag
Verblind door de schittering van morgen
Wil zij zich verliezen in een omhelzing van veiligheid
Alleen, maar niet eenzaam
Gelukkig, maar niet blij
Hunkerend, maar afwerend
In stilte verlangt zij