Zijn woorden kwamen van heel ver,
in stilte kon ik ze verstaan.
Omhoog kijkend zag ik een ster,
het bewijs van Zijn bestaan.
Zijn woorden kon ik vergelijken,
met een kalme spiegelzee.
En om mij geestelijk te verrijken,
nam Hij mij een stukje mee.
Ik zag het land van melk en honing,
als kind liep ik aan Vaders hand.
Hij zei, hier bouw Ik eens mijn woning,
dit is het beloofde land.
Hij bracht mij terug vanwaar ik was gekomen,
glashelder onderweg zag ik een houten kruis.
Eens zei Hij mag jij hier ook gaan wonen,
de weg is voorbereid naar een geborgen thuis.