In het diepste van de rivier
vermengd met zand; draaien
kolken innerlijk schromen, misschien,
naar een ver onbekend land.
Herinneringen, diep opgeborgen
gevoelens beroeren de rivier;
De oever keert niet de wal en
lijkt zo ver weg van hier.
In mijn innerlijk verlangen
sta ik nog te wachten tot het mij
bereikt. Het lijkt mij niet te vinden,
omdat de rivier het te ver verspreidt.
In het verdronken land tussen de rivieren
verloor ik al wat rede had in de eerste hand;
laat ik wegstromen met de rivieren dat niet
tegen het gat in mijn tweede hand was bestand.
Ik voel mij geborgen in het diepste van
het verdronken land. Vergeten lijkt te
zijn verdronken; weggestroomd met het water
naar een ver onbekend land.