De troon,
en daarop gezeten,
heb ik een heel land gezien,
maar wat konden zij weten...
Het oppervlak voor me
schreeuwt van eentonigheid,
geen reliƫf of hiaten
ik zoek er naar een onderscheid
Het is rustig onder een kroon,
maar ook eenzaam en ergens zelfberoof,
veel liever was ik een onderdaan
en had ik gevochten voor waar ik in geloof .