de dood wacht gelaten in de hal
der levenden, een koele bries nestelt
zich aan mijn wang en pluist
het lijden naar de waarheid. er is geen weg terug
uit dit grijs vernis waar lange halen adem
de klok vertragen in hun tijd
door het raam staart het buiten naar binnen
en voedt het gehoor met fluitende vogels
en gillende kinderen. de buurt weet niet beter
dan dat het sterven is ingegraven in de buidel
van dit bestaan
het moment van stilte is al aanwezig, maar spoedig
zal deze stilte zich uiten in een staat van beleg, geen boter
maar met het crème dat de doden naar de levenden zal kleuren