Ik daag je uit…
Ik daag je uit,
je kijkt mij aan,
pakt me vast,
speelt het spelletje mee.
Je trekt me naar je toe,
ik kom niet los,
maar dat geeft niet,
want ik wil blijven,
blijven in jouw armen,
blijven dicht bij jou,
blijven bij de jongen,
waar ik zo veel van hou.
Toch moet ik me lostrekken,
me uit jouw armen wringen,
me weer van je scheiden,
ik moet mezelf bedwingen.
Jij daagt mij uit,
ik speel je spelletje mee,
maar hoe dieper je in mijn ogen kijkt,
hoe meer ik verdrink in mijn tranenzee.
Ik wil blijven,
in jouw armen,
blijven, dicht bij jou,
blijven bij die jongen,
waar ik zo veel van hou.
Ik blijf,
maar houdt me in.
Kan me niet volledig geven.
Ik kan me niet geven,
niet geven aan jou,
niet aan de jongen,
waar ik zo veel van hou.
Toch zal ik blijven,
blijven bij jou,
want dat is wat ik wil,
omdat ik van je hou.
Ik daag je weer uit,
je speelt het spel weer mee,
je trekt me tegen je aan,
ik kom steeds dichter bij,
ik kijk je in je ogen,
wat wil jij?
Wil je met mij verder?
Voor altijd bij me zijn?
het liefst zou ik je nu zoenen,
maar het kan niet,
mijn hart doet pijn.
Daag me uit,
en ik speel je spelletje mee,
maar houdt me stevig vast,
als ik weer verdrink in mijn tranenzee.
Het liefst wil ik blijven
blijven in jouw armen,
blijven, dicht bij jou,
blijven, bij de jongen,
van wie ik zo veel hou.
Maar je weet dat ik niet kan,
niet kan blijven, dicht bij jou.
Maar beloof me nooit te vergeten,
dat ik heel veel van je hou.