De hooiberg voorbij
Ik kijk om me heen en kruip door ‘t oog
ik zocht in ‘t midden maar het zat me te hoog
te hoog voor mij is te laag voor jou
de gaten gehouwen in een scherp staaltje blauw
Een blauwtje, een groentje, een geërgerd geel
te weinig voor jou is mij te veel
wat is genoeg als je er genoeg van hebt
de hoeveelste bloem als je zelf verlept
Hoe groener het gras, hoe grauwer de lucht
hoe groter het veld hoe mooier de vlucht
lopen is rennen, je ziet er geen been
voetje voor voetje ga je nergens heen
Stilstaand wacht je zo snel als je kan
geringd als een duif in je achterste ban
neervallend klei ligt jou in ’t verschiet
je gooit slechts je eigen kluit in ’t riet
Riet langs het maaiveld, je schouders eronder
de wereld erop, het bliksemt geen donder
je weet wat je wil, je wil wordt je dood
voor deze speld is de hooiberg te groot