daar sta je weer, naar mij te zwaaien,
een brede glimlach om je mond.
de wind doet je t-shirt op waaien,
en je haren draaien rond.
zal hij... nee hij is er niet
alleen jij,
dat is beter, beter voor mij.
ik loop naar je toe,
maar blijf je ontwijken.
goh ben ik ineens dood moe,
maar zie jouw nog net bezorgd naar me kijken.
plof naast je neer,
kijk je alweer,
je slaat je ogen neer,
maar ik kijk allang niet meer.
vreemd, zoals ik me veilig bij jou voel,
wij hebben niks samen.
vreemd hoe je altijd begrijpt wat ik bedoel,
want wat hebben wij nou samen?
ja, ik ken jou, jij kent mij,
dat ik op jouw vertrouw, en je laat me vrij.
ik ben wat stil bij jou,
maar glimlach hartelijk naar jou kwajongens gezicht,
maar wat hebben we nou?
vreemd, zodra jij binnen komt is al mijn aandacht op jou gericht.
en het is me allemaal vreemd, maar duidelijk
zeer gemeend