Rondom de boskapel
zingen in hoge ruisende bomen
vele vogels hun lied
ritselen dieren door de struiken
vlucht een bange fazant klapperend weg
omdat voetstappen hem niet bekoren.
Het licht filtert ronde vlekjes op het groene gras
jouw hand zoekt de mijne
onze zielen zingen het lied
van de prille lente
jouw armen beloven mij de zomer.