Nachtzwaluwen buitelen als flitsende witte lichten,
Zo vallen sterren uit het heelal omlaag.
Ik vang een ster in sluiers, ijl en vaag.
Ik drink het licht in met mijn ogen.
Vergaap mij aan wat ik aanschouwen mag.
Zielen op weg naar het carnaval in de hemel
Vormen een schitterende fakkeltocht.
Sterrenvogels flitsen als grillige schaduwen van voorbij de maan,
Nachtschaduwen in het donker die weer huiswaarts gaan.
Bij het ontwaken uit de droom.
De vijver van de ziel tot aan de rand gevuld met mededogen.
Het licht spat uiteen in waaiers van duizend vonken en mijn ogen, verblinden zich aan het licht dat helder is als kristal.
Zoals het straalde bij de geboorte van de eerste ster in het heelal.