Met rode ogen aan het ontbijt
Ik was nog zo gelukkig toen ik je nog kende,
maar niet toen jij de laatste brief aan mij zende.
De volgende morgen zat ik met rode ogen aan het ontbijt,
ik wilde je nog zeggen dat het me zoveel spijt.
Dus die middag belde ik je op,
"Ben je helemaal gek in je kop!", zei je tegen mij,
en dat alleen maar omdat ik "Het spijt me", zei.
Je gooide de hoorn er weer op,
had ik alle moed bij elkaar gespaard voor nop.
Afgelopen zaterdag ben ik uitgegaan,
heb je gezien dat ik met iemand anders heb gestaan.
De rest van de avond heb ik niets meer van je vernomen,
ik had verwacht dat je nog wel zou komen.
Diezelfde nacht lag ik in bed en dacht ik aan jou,
ik dacht "Wat houd ik van jou!!"
De volgende dag had ik niet meer gesproken of gezien,
de dag erop kreeg ik een brief om precies 10 over 10.
Je schreef dat je niet meer van me hield,
je wist eigelijk niet wat mij bezielde,
je dacht dat we nog van elkaar hielden.
Ik wilde je het nog zeggen,
om alles uitteleggen.
Diegene die bij mij stond was m'n neef,
je weet toch dat ik ook om hem geef.
Ik hou van hem op een andere manier dan van jou,
je weet dat ik je nooit vergeten zou.