-Dit gedicht heb ik in het zesde leerjaar eens
moeten schrijven. Voor de eerste keer in
mijn korte leventje had ik de meeste punten
van heel de klas voor een taak nederlands :) -
Dti verhaal ken je nog niet,
het is de eerste keer dat je dit ziet,
'T gaat over een meisje met een kapje zo rood als bloed,
Ze moest koeken naar oma brengen maar dat vond ze niet goed
"Jawel",zei moeder en trapte haar de deur uit,
Roodkapje gilde luid.
Op weg naar oma kwam ze een wolf tegen,
die stak ze neer met haar degen.
Ze liep verder naar oma toe,
het werd al donker stilaantoe.
'T was volle maan,
maar daar vond roodkapje niet veel aan.
Eindelijk kwam ze bij oma's huis,
daar voelde ze zich nooit thuis.
Ze ging naar binnen, nog voor ze duwde op de bel,
daar zat oma, in een wolvenvel!
"Kom maar binnen kindje",zei moemoe.
"Neen, u lijkt te veel op Dutroux, die heeft ook een bril en een baard.
maar u bent overal behaard!"
"Ik word weerwolf bij volle maan,
maar 's morgens vroeg is het al gedaan."
Ze mag zeggen wat ze wil, dacht Roodkapje,
maar een moderne vrouw als mij,hou je niet voor het lapje.
Ze nam haar gsm en belde de jager.
die woonde op de berg, niet echt op de top, maar ietsje lager.
Hij zei: "beesten doden durf ik niet,
dat doet mijn vader veel verdriet.
Jager moest ik worden tegen wil en dank,
Ik wilde echter liever het weer voorspellen, zoals De Bozer Frank.
Roodkapje dacht: weer zo'n echt man,
die niets durft of kan.
Je wil nu weten wat ze besloot?
Ze heeft met haar zwaard, grootmoeder gedood.
Ze huppelde naar huis, en dacht diep na,
over wat ze ging vertellen aan haar ma.
Ze nam een wijs besluit,
Oma was het dorp uit.
Ma stond hiet wel wat van te kijken,
"een lange reis? oma zal bezwijken!"
"Wees maar gerust",zei Roodkapje,"alles is ok."
En ze installeerde zich voor de tv.