Ziel
Wachtend in het groene gras
Tot de laatste zonnenstralen
Zich eindelijk ten ruste begeven
De laatste strepen van warmte
Glijden over mijn gezicht
Dat glimlacht naar de blauwe lucht
Aan de rand van het bos
Zit ik in het weiland
Tussen dromerige koeien
De avonddauw is klam
Terwijl roofvogels hoog
Hun avondmaal uitzoeken
Zachtjes, maar steeds helderder
Schemer jij door de bomen
Gedragen door de wind
Ik voel je langs mijn wangen glijden
En de adem stokt in mijn keel
Terwijl mijn hart een paar keer overslaat
Met ogen dicht en armen zoekend
Probeer ik je te omhelzen
Vast te pakken en nooit meer los te laten
Maar het is koud en donker
En ik kan je niet meer zien
Tegen de achtergrond van het bos
Ik weet niet wat ik moet doen
Ben de weg kwijt naar mijn huis
Dus ik doe mijn ogen weer dicht
Wachtend in het groene gras
Tot de eerste zonnestralen wakker worden
En jouw ziel weer bij me brengen