Jij bent als een vogel,
die me meeneemt naar verre oorden.
Jij bent als een zachte teddybeer,
die ik graag iedere dag zou knuffelen.
Jij bent als een hand,
die ik vastpak als ik bang of eenzaam ben.
Jij bent als een traan,
die zich een baan waant over mijn wang als ik verdrietig ben.
Ook al zie ik je niet iedere dag of week,
ik zou niemand anders willen dan
JIJ