Dat ik schrijf in de nacht,
Door hartzeer opgelegde onmacht,
Doet mij maar 1 ding realiseren,
En zo durf ik te beweren:
ieder woord is een te veel,
Maar denk maar niet dat ik verheel,
Noch verzwijg, noch excuseer,
Hoe je waardeloos, zonder respect en veeleer,
Zonder enige moeite van woorden,
Hebt besloten mijn liefde te vermoorden.
Hieruit spreekt geen jeugd,
Maar enkel gebrek aan deugd.
Niet je verlies doet mij droevig aan,
Maar de manier waarop je besloot te gaan.