Ik ben hem kwijt.
Ikke en mijn grote mond.
Hij heeft me gewoon laten vallen
Zomaar ineens.
Ik had hem graag,
maar het was een vriendschap van korte duur.
Tot mijn spijt ineens was hij zo koelbloedig
Het laatste wat ik kreeg was oké;
Oh waarom ik waarom
Kan ik éénmaal maar normaal zijn éénmaal
Zonder gekwetst te worden
Nu nu is er een pijn een helse pijn
Die ik niet kan verdringen
Huilen kan ik niet ik zit op het werk
Maar doe ik wel van binnen
Straks even naar het toilet en
maar één traan haar weg laten gaan
Langs mijn wang in mijn mond
Het bittere traantje dat ik om hem zal laten
Mijn gedachten zijn er niet bij
Waar zijn ze nu bij hem
Die jongen die ik maar één keer heb gezien
Maar lijkt een eeuwigheid
Verdriet ….. verdriet…..
Verdriet dat ik heb dat ik hem kwijt ben
Hij die mooi kan dichten hij die me vreugde gaf
Hij die zo innerlijk mooi kan zijn
Ik ben hem kwijt